Van toerist naar thuisgevoel
Wanneer ga je van ‘op bezoek’ naar ‘thuisgevoel’? Voor mij was het iets dat me zomaar overviel. Ik wilde naar een digital marketingevent in Hoi An. Een reis van 40 minuten. Hmm, dat is lang en ik heb trek in koffie, dacht ik. Dus om 8.00 uur ‘s ochtends liep ik in de warme zon naar een van de negen koffiezaakjes in mijn straat.
Terwijl de airco-lucht me verkoelde bestelde ik een cà phê đen đá (zwarte Vietnamese ijskoffie). Eenmaal achterop de taxi-scooter nam ik mijn eerste slok. Opeens kwam het binnen: ‘Wauw, dit had ik twee maanden geleden niet gedaan!’Toen vond ik het nog spannend om op een taxi-scooter te stappen en had ik geen idee wat voor koffie ik koos. Laat staan dat ik de koffie zou vasthouden achterop de scooter, alsof het de normaalste zaak van de wereld was!
In drie maanden Vietnam zijn er veel dingen normaal geworden. Tijdens het hardlopen is mijn lichaam gewend geraakt aan de tropische temperatuur van 29 graden en luchtvochtigheid van ongeveer 70%. In de Vietnamese restaurants herken ik mijn favoriete gerechten zoals Bánh xèo (een krokante pannenkoek met garnaal en varkensvlees), Cơm gà (rijst met geroosterde kip) en Mì Quảng (noedels met kip en pinda’s).
We kennen onze buurt, zien dezelfde vrienden wekelijks en zijn bekend geraakt met de locals. De onwijs vriendelijke gastvrijheid van de Vietnamezen kan ik nu helemaal omarmen, of ze ons nu uitnodigen voor gratis ontbijtjes of kopjes koffie. Ik begin me thuis te voelen.
Het enige waar ik niet aan kan wennen is de supersterbehandeling omdat ik een westerling ben. Puur om mijn blonde haar en blauwe ogen maken onbekende regelmatig een selfie met mij. Zelfs als ik met een rood tomatenhoofd over het strand ren, wordt er nog enthousiast door een groep meisjes van de boulevardkant naar me gezwaaid en hallo geroepen.
Tegelijkertijd gebeurde er ook iets anders in de drie maanden. De zon die elke dag door het raam van ons appartement scheen viel me niet meer zo op. Het uitzicht op het strand begon normaal te voelen. Dagtripjes maakten plaats voor veel lange werkdagen. Opeens was er een week voorbijgevlogen, net als in Nederland. Hoe kon dit?
Wat ik ondervond omschrijven psychologen onder andere als: hedonic-treadmill. Zelfs aan de andere kant van de wereld kan je het niet ontlopen. Het betekent dat ik gewend raak aan mijn nieuwe omgeving (thuisgevoel), maar dat ik er ook niet meer zo blij van word. Hoe fantastisch ik het strand ook vind, het maakt me niet meer zo gelukkig als de eerste keer.
De hedonic-treadmill ervaren we allemaal. Kijk jij bijvoorbeeld ook zo uit om de nieuwe Iphone 11Pro te kopen? Verwacht je dat je er gelukkig van wordt? Wie hem al gekocht heeft, zal waarschijnlijk gemerkt hebben dat de geluksboost niet zo lang duurt en niet zo intens is, als eerst gedacht. Zelfs de flinke salarisverhoging waar je zo blij mee bent in de eerste maand, is na zes maanden je nieuwe standaard. Vandaar ook treadmill; je bent aan het hardlopen om gelukkig te blijven, maar je komt nergens.
Met de voorbijgevlogen week schudde ik mezelf wakker. Niets mis met routine en thuisgevoel, maar ik wil vol genieten van het jaar. Wat kan je tegen het treadmill-gevoel doen? Psychologen ontdekten: bewust dankbaar zijn voor kleine dingen. Een open deur, maar wel heel effectief. Door op te schrijven waar je dankbaar voor bent geniet je meer.
Dit vervolgens delen met anderen werkt nog beter. Zelf noem ik het delen graag Happy-Attacks. Het zorgt ervoor dat ik dagelijks veel bewuste blije mini-momenten heb én deel. Zo ook gisteren toen ik achterop de scooter zat. De wind door mijn haar, uitzicht op het strand en de skyline van Da Nang, Scott aan het stuur en het gevoel van vrijheid dat me overviel was immens. Ik gaf Scott een extra stevige knuffel en zei: ‘Wauw, wat een geweldig uitzicht hé?’. “Yeah, it’s quite the view.’ Dat voelde dan toch weer heel bijzonder.